Ololuihqui 20 Zaden (Rivea Corymbosa)

Turbina corymbosa, synoniem Rivea corymbosa, wordt ook wel Kerst wijnstok genoemd. Het is een soort Morning Glory en komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, van Mexico tot Peru, en wordt op vele plekken ter wereld gegroeid.

De plant bevat een alkaloïd, waarvan de effecten lijken op LSD. De zaden en de actieve bestanddelen ervan worden ololiuhqui of ololiuqui genoemd.

Bij de inheemse bevolking van het noorden en midden van Mexico onder zijn Nahuatl naam Ololiúqui (ook gespeld als ololiuhqui of ololiuqui) en door de bewoners van het zuiden als xtabentún (in het Maya), is deze plant een eeuwig klimmende liaan met witte bloemen, vaak gebruikt als sierplant. De plant komt ook voor op Cuba, waar hij meestal van december tot februari bloeit. De bloemen scheiden veel nectar af, en de honing die de bijen van deze nectar maken is helder en aromatisch. Het wordt beschouwd als één van de belangrijkste honingplanten op het eiland.

Het Nahuatl woord 'ololiuhqui' betekent 'rond ding', en verwijst naar de kleine, bruine, ovalen zaden van de Morning Glory, niet naar de plant zelf. Deze wordt 'coaxihuitl', 'slangenplant', genoemd in Nahuatl, en hiedra of bejuco in het Spaans. De zaden heten soms semilla de la Virgen (zaden van de maagd Maria) in het Spaans. Hoewel de plant nauwelijks bekend is buiten Mexico, waren de zaden wellicht het meest gebruikte psychedelische middel van de inheemse bevolking.

In 1941 identificeerde Richard Evans Schultes als eerste ololiuhqui als Turbina corymbosa, en de chemische samenstelling werd als eerst beschreven op 18 augustus 1960, door Dr. Albert Hofmann. De zaden bevatten ergine (LSA), een ergoline alkaloïd wat qua structuur lijkt op LSD. De psychedelische eigenschappen van Turbina corymbosa en een vergelijking van het verschil in kracht van de oorten werden bekeken in het CIA MKULTRA Subproject 22 in 1956.

De zaden worden ook door inheemse sjamanen gebruikt om kennis te krijgen over genezen en bepaalde rituelen, evenals over de oorzaken voor de ziekte.